Arko van Brakel

Wat is een beter startpunt om mee te bouwen aan een duurzame planeet dan onze eigen achtertuin? Vanuit die gedachte heb ik begin van dit jaar besloten een steentje bij te dragen aan het ontwikkelen van een duurzame economie in mijn eigen regio, de stedendriehoek.

Na een zeer spannend en succesvol, internationaal ondernemers avontuur, samen met mijn vriend en business partner Ricardo Semler, realiseerde ik me dat mensen en uitdagingen overal op de wereld ongeveer hetzelfde zijn. Als je maar door de cultuurverschillen heen durft te kijken. Zo bleek meneer Toyoda, die de Toyota-way heeft bedacht (hier beter bekend als Lean) eigenlijk een vroege, Japanse versie van Ricardo te zijn. En de dromen en idealen van Australische ondernemers verschillen nauwelijks van de ambities van hun collega’s in India. Overal is behoefte aan innovatie. In ieder land wil men niets liever dan talent maximaal benutten. En in iedere cultuur blijken vertrouwen, samenwerken en transparantie de succesfactoren te zijn om wendbaar te reageren op de veranderende wereld. De noodzaak om onze planeet te beschermen is ook universeel. We ademen hier immers dezelfde lucht in als in Stockholm, Sao Paolo of Utrecht. Bijna iedereen wil het in zijn hart anders doen.

Nu ik twee maanden in de Cleantech regio werk, merk ik dat de ervaringen die ik de afgelopen jaren heb opgedaan volledig aansluiten op de ambities en opgaven van onze regio. Ik merk dat het aloude DNA van onze IJssel vallei, historisch gezien een verbindingsregio tussen noord en zuid en oost en west, aanknopingspunten biedt om een complex probleem als energietransitie aan te pakken. Inter-regionaal samenwerken en verbindingen leggen met onze omliggende gebieden, universiteiten, en ondernemingen biedt grote kansen. We zijn bovendien een regio van doeners, met relatief veel vakmensen. Een MBO-regio dus. En dat is goed nieuws. Want juist een groot tekort aan vakmensen zit de energietransitie in de weg. Laadpalen en warmtepompen moeten immers worden geïnstalleerd. Ook valt me op dat we grote, hechte ondernemersverenigingen hebben in onze regio. En prachtige onderwijsinstellingen, waardoor we theoretische en praktisch opgeleide mensen samen aan de grote vraagstukken kunnen laten werken. Denken in begrippen als hoog- of laag opgeleid bestaat niet meer. Het gaat om de juiste inzet van talent. En dat is er in overvloed. Ook trof ik bij onze overheden verrassend veel bevlogen en betrokken bestuurders en vakmensen aan. Aan ambitie en goede wil geen gebrek. De uitdaging is om al deze positieve energie te combineren. Dat lukt alleen als we de verschillen tussen al deze partijen omarmen. Diversiteit is de sleutel tot innovatie.

Na ruim twee maanden wordt mij de strategie die we moeten volgen om onze regio daadwerkelijk cleantech te maken, dan ook steeds duidelijker. Verbinden door slim samen te werken. Bouwen aan ruimte voor vakmanschap en ondernemerschap. En het stimuleren van sociale innovaties en leiderschap op basis van vertrouwen. Hoe gaan we dat doen? Door ons te realiseren dat we een kleine, professionele kennis- en netwerk organisatie zijn. Wij kunnen dus uitsluitend succesvol zijn als we een podium durven te zijn waarop anderen mogen stralen. Als ons Cleantech-team bescheiden en op de achtergrond een steentje bijdraagt aan het succes van kanjers in onze regio, doen we het goed. De collectieve intelligentie van de talenten in onze regio vormt het fundament. Als dat in Brazilië, Japan én in Rotterdam werkt, lukt het hier ook. Wij gaan ervoor. Doe je mee?